Historie
Het Broekselaantje kent een lange geschiedenis. Oorspronkelijk heette het laantje ‘Broeksteegh’, en de karakteristieke knotwilgen stonden er toen al. Dat is te zien op de plattegrond hiernaast — een van de oudste bekende afbeeldingen van het laantje. Wie hier destijds liep, had laarzen nodig, want de weg was nog niet bestraat en bleef zelfs in de zomermaanden modderig. De bewoners van dit gebied werkten in de grienden, die buitendijks naast het laantje lagen.
Het natuurgebied naast het laantje is een overloopgebied. Het binnenmeertje verdwijnt bij eb en bij vloed kan je er varen. Het inmiddels verwilderde wilgenbos was ooit de locatie waar men wilgentenen produceerde, de buigzame, jonge twijgen van de wilgenboom. Hiervan werden manden en korven gevlochten voor het opslaan van voedsel, oogst, wasgoed en turf. Ook werden er visfuiken van gemaakt en afrasteringen voor het omheinen van kippen, varkens of geiten. En in de vakwerkbouw werden de wilgentenen gebruikt als basis voor leemwanden.